Qwixx is een veel verkocht spel en makkelijk te spelen. Maar hoe werkt het?
Bij Qwixx hoef je niet op je beurt wachten – iemand dobbelt en iedereen kan de worp benutten! Hoe meer getallen je op je scoreblad aankruist, des te meer punten je krijgt. Qwixx kan in twee minuten worden uitgelegd en is spannend tot de laatste worp! Dobbel mee en laat je aansteken door de Qwixx-koorts! Een variante op Yahtzee? Misschien, maar het is toch net anders.
Geschikt voor 2 tot 5 spelers vanaf 8 jaar.
Korte omschrijving:
Qwixx bestaat uit een scoreblokje en zes dobbelstenen: twee witte, een groene, een blauwe, een rode en een gele. Op elk scoreblaadje staan vier rijen in dezelfde kleuren van de dobbelstenen: twee rijen lopen op van 2 tot en met 12 en twee rijen lopen af van 12 tot en met 2. De bedoeling van het spel is dat de spelers op basis van hun dobbelsteenworpen handig kiezen welke dobbelstenen ze willen gebruiken om optellingen te maken en hierbij zoveel mogelijk kruisjes op hun scorevlak kunnen neerzetten. De totalen worden opgeteld en wie de meeste punten heeft, is de winnaar
Uitgebreid:
Het begint met twee witte en vier gekleurde dobbelstenen en iedere speler krijgt een scoreblaadje waarop vier rijen getallen staan. De rode en gele rij gaat van 2 tot 12 en de groene en blauwe rij van 12 tot 2. Hoe meer getallen je per rij kan aankruisen, hoe meer punten je voor die kleur scoort.
De speler aan beurt gooit alle dobbelstenen. Elke speler mag de som van de twee witte aankruisen in een gekleurde rij naar keuze. En enkel de speler aan beurt mag één gekleurde dobbelsteen optellen met één witte steen naar keuze. Die som moet hij wel doorkruisen in de overeenkomende gekleurde rij. Als je een volgend getal in een rij wil doorkruisen dan moet dat wel een getal zijn dat rechts ligt van een eerder doorstreept getal. Je moet dus van klein naar groot of van groot naar klein opschuiven. Je moet dus goed nadenken welke combinaties je wel of niet gebruikt. De speler aan beurt is bovendien verplicht om minstens één van de twee dobbelkansen te gebruiken. Hij moet dus de witte combinatie en/of de wit/gekleurde combinatie gebruiken op straffe van een mislukte worp. De andere spelers zijn niet verplicht om de witte combinatie te gebruiken.
Vanzelfsprekend probeert iedereen een dobbelcombinatie te gebruiken. De speler aan beurt probeert er zelfs twee te gebruiken. Als iemand minstens 5 kruisjes in een rij kan plaatsen, mag hij de 12 of 2 doorstrepen (als de dobbelstenen dat toelaten). Daardoor sluit hij die rij af en verdwijnt die gekleurde dobbelsteen uit het spel. Het spel eindigt zodra ofwel twee gekleurde rijen afgesloten werden of als iemand 4 persoonlijke mislukte worpen heeft. De spelers berekenen nu hun individuele score (hoe meer kruisjes in een rij, hoe groter hun score). Elke mislukte worp trekt het eindresultaat met 5 punten naar beneden. De hoogste score bepaalt de winnaar.